Wat betekent de Omgevingswet voor evenementen? tamara 9 februari 2024

Wat betekent de Omgevingswet voor evenementen?

Leestijd: 4 minuten

De ruimtelijke inpassing van evenementen in gemeenten is al langere tijd een punt van aandacht, waarbij ons is opgevallen dat menig bestemmingsplan nog aanpassing behoefde. Met het van kracht worden van de Omgevingswet verandert de systematiek van ruimtelijke borging voor evenementen ook. Hoe ziet die nieuwe werkwijze in elkaar en wat moeten gemeenten vanaf 1 januari gaan doen?

De afgelopen jaren zijn er vele gerechtelijke uitspraken geweest, die erop neer komen dat veelal alleen een afweging op grond van de APV (openbare orde) niet volstaat bij evenementen omdat deze onvoldoende of niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Wij zien dat als gevolg daarvan dat steeds meer organisatoren door gemeenten gewezen worden op het feit dat naast de evenementenvergunning (APV) ook een Omgevingsvergunning strijdig gebruik (WABO) wordt vereist. De afweging om evenementen toe te staan moet dus niet langer alleen worden bezien als een afweging op grond van de openbare orde, maar ook vanuit de toelaatbaarheid in de ruimtelijke zin. Hoewel een toenemend aantal gemeenten hun bestemmingsplannen aanpasten op de bestemming evenementen, viel ons op dat veel gemeenten dit op zijn beloop lieten en hooguit omgevingsvergunningen voor strijdig gebruik verleenden als evenementen op grond van het bestemmingsplan niet waren toegestaan.

Inwerkingtreding Omgevingswet
Na jaren van voorbereiding en meerdere malen uitstellen van de invoeringsdatum en ondanks zorgen bij de Kamer over de invoering van de Omgevingswet treedt deze 1 januari 2024 in werking. De Omgevingswet beoogt een betere afstemming en integratie van beleid en regelgeving met betrekking tot de fysieke leefomgeving (de ruimte waarin we wonen, werken, recreëren en ons verplaatsen), met als uiteindelijk doel een duurzame, gezonde, veilige en prettige leefomgeving voor burgers en bedrijven.

Het kader ‘een veilige en gezonde fysieke leefomgeving’ uit de Omgevingswet geldt ook voor evenementen. Evenementen hebben immers impact op de leefomgeving, alleen de mate waarin, zal verschillen. Kleine evenementen, zoals een buurtfeest, hebben meestal weinig effect op de leefomgeving. Grote evenementen, zoals een festival of carnaval, kunnen wel veel effect hebben op de leefomgeving bijvoorbeeld door verkeersdrukte of geluid. Voor het effect op de omgeving maakt het ook uit of het een incidenteel evenement is van enkele uren, of een meerdaags jaarlijks evenement. Voor het effect op de fysieke leefomgeving maak het ook uit op welke locatie het evenement plaatsvindt. Zo zal het effect anders (groter) zijn als het evenement plaatsvindt op een locatie in de open lucht, dan wanneer deze plaatsvindt in een gebouw dat is ingericht voor het houden van evenementen.

De Omgevingswet vereist dat gemeenten nadenken over de impact die een activiteit of functie kan veroorzaken en de gevolgen daarvan voor de andere activiteiten of functies binnen de gemeente en dit te vertalen in een integraal Omgevingsplan. Dit plan moet in al zijn detaillering digitaal beschikbaar moeten komen en initiatiefnemers in staat stellen om voor ieder deelgebied (uiteindelijk tot op locatieniveau) te bepalen wat de mogelijkheden zijn. Hoewel het omgevingsplan lijkt op wat nu het Bestemmingsplan is (bestaande bestemmingsplannen gaan 1-op-1 over), zijn er wel een aantal verschillen. Zo geeft het Omgevingsplan aan wat er allemaal kan op een plek, in plaats van van wat er mag. Het Omgevingsplan kent bovendien een (veel) bredere reikwijdte dan het bestemmingsplan, waarin niet meer het uitgangspunt van “een goede ruimtelijke ordening” geldt, maar de “een evenwichtige toedeling van functies aan locaties”.

Evenementenbeleid
Vrijwel alle gemeenten hebben de afgelopen jaren evenementenbeleid opgesteld. In het beleid is als het goed is aangegeven wat de ambities, uitgangspunten en generieke voorschriften zijn op basis waarvan kan worden besloten evenementen toe te staan. Daarnaast kennen vele gemeenten ook specifieke voorschriften voor bepaalde locaties. Deze worden veelal aangeduid met de term locatieprofielen en geven een beschrijving van een specifiek plek waar evenementen plaatsvinden, waarvan de gemeente heeft omschreven wat kan en mag, zoals bijvoorbeeld het aantal evenementen per jaar, de omvang (aantal bezoekers) en welke geluidsniveaus acceptabel zijn. Van gemeenten wordt vanuit de Omgevingswet verwacht dat ze nadenken over de impact die een activiteit of functie kan veroorzaken en de gevolgen daarvan zijn op de veilige en prettige leefomgeving en daarbij een vorm van participatie in te zetten. Indien bij de totstandkoming van het evenementen een vorm van participatie heeft plaatsgevonden en het beleid er ook op is gericht om de impact van de evenementen dusdanig te beperken dat er sprake is van een veilige en prettige leefomgeving, dan biedt dit kader onzes inziens voldoende houvast om ook na 1 januari te bepalen of evenementen ruimtelijk toelaatbaar zijn.

Na 1 januari
Ook na 1 januari zal de gemeente moeten bepalen of het evenementen toelaten kunnen worden op een locatie. Uitgangspunt is, dat dit geldt voor alle evenementen die een groot effect hebben op de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. (feitelijk gelijk aan de situatie voor 1 januari). Dit toelaten kan via het omgevingsplan of een buitenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit. Voor het omgevingsplan is de gemeente aan zet. De omgevingsvergunning is op aanvraag van de initiatiefnemer. De motivering en afwegingen zijn in beide gevallen vergelijkbaar. Wel is een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit concreter, omdat het gaat om de aanvraag van een concreet plan. Ook dit is feitelijk gelijk aan de werkwijze de afgelopen jaren gold op grond van de WABO. Wel moeten gemeenten de instructieregels betrekken die in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan. Het gaat bijvoorbeeld om instructieregels voor geluid en externe veiligheid (deze stelt dat een locatie waar meer dan 5.000 bezoekers komen voor een evenement als kwetsbaar wordt beschouwd en daardoor zijn de instructieregels plaatsgebonden risicocontour, aandachtsgebieden en explosieaandachtsgebieden van toepassingen en moet worden betrokken bij de afweging om het evenement toe te laten). Deze instructieregels zijn gericht op de veiligheid van de bezoekers van de evenementen en het voorkomen van overlast op de omgeving.

Wat de exacte gevolgen van de Omgevingswet op evenementen precies zullen zijn, zullende komende jaren uitwijzen. Wel zien wij, met de opgave die gemeenten toch al hebben om tot omgevingsplannen te komen, een kans om de invoering te benutten om de ‘dubbele’ vergunningplicht voor organisatoren te verminderen. Dit kan door in de Omgevingsplannen nu de inpasbaarheid van evenementen goed op te nemen, waarbij het als bestaande evenementenbeleid als input kan dienen.

Bron:
Schipper
Senior Consultant CrowdProfessionals & Event Safety Institute