Toezicht en handhaving in het uitgaanscircuit is niet altijd even effectief om gevoelens van veiligheid bij bezoekers te vergroten. Cameratoezicht en politiesurveillance geven uitgaanspubliek eerder een onrustig gevoel, dan een gevoel van veiligheid.Daarom kunnen camera’s beter zo min mogelijk opvallen, stelt onderzoeker Jelle Brands.
Voor zijn proefschrift liep Brands vele nachten over straat in uitgaansgebieden, sprak met ongeveer duizend voorbijgangers en vroeg welke rol politie en cameratoezicht spelen in hun veiligheidsgevoel. Zijn bevindingen leidden tot het proefschrift ‘Safety, surveillance and policing in the night-time economy: a visitor perspective’. Brands promoveerde op 12 september op dit proefschrift aan de Universiteit Utrecht.
In uitgaansgebieden zijn steeds meer camera’s en politieagenten aanwezig, onder andere om het veiligheidsgevoel te vergroten. Maar wat is ‘veilig voelen’ tijdens uitgaan eigenlijk? En kunnen veiligheidsmaatregelen dit gevoel beïnvloeden? Bezoekers van de centrale uitgaansgebieden van Utrecht en Rotterdam omschrijven een veiligheidsgevoel als ‘de onbewuste ervaring van een situatie die bekend en vertrouwd is’.
Cameratoezicht en politie spelen mogelijk een rol in de totstandkoming hiervan. Dat dit gevoel versterkt zou worden door een toename van genoemde veiligheidsmaatregelen vinden bezoekers onwaarschijnlijk. De aanwezigheid van politie kan volgens hen soms zelfs angstgevoelens veroorzaken. Vooral wanneer politietoezicht nadrukkelijk aanwezig is en macht uitstraalt. Zoals een bezoeker zegt, als er ‘echt zes politieauto’s zijn denk ik van oh nee, er is iets gebeurd!’.
Anders dan voor cameratoezicht, werkt aanwezigheid van politie wel geruststellend wanneer bezoekers een vorm van dreiging ondervinden. Politieagenten kunnen ingrijpen en dreigende situaties sussen of beëindigen.
Toezicht en handhaving in uitgaansgebieden zijn dus niet altijd even effectief om gevoelens van veiligheid te vergroten, stelt Brands. Veiligheidsmaatregelen zouden daarom in ieder geval niet opgevat moeten worden als generieke maatregelen die altijd en overal het ‘gewenste effect’ sorteren.