Kinderrechtenmonitor 2014: Veiligheid kinderen moet beter tamara 16 december 2014

Kinderrechtenmonitor 2014: Veiligheid kinderen moet beter

Leestijd: 3 minuten

De veiligheid van kinderen in Nederland moet beter. Daarvoor pleit Kinderombudsman Marc Dullaert bij het verschijnen van de derde kinderrechtenmonitor. Deze monitor laat op basis van feiten en cijfers zien hoe het staat met de naleving van kinderrechten in Nederland. Marc Dullaert: “De cijfers tonen aan dat kinderen en jongeren steeds minder de rol van dader hebben.De aanpak op dit punt werpt blijkbaar zijn vruchten af. Daar staat tegenover dat jongeren nog steeds vaak slachtoffer zijn. Dat is zorgelijk.”

De Kinderrechtenmonitor toont dat in 2013 één op de vijf jongeren van 15 tot 18 jaar één of meerdere keren slachtoffer is geweest van een geweldsdelict, vermogensdelict of van vandalisme.  Jaarlijks worden circa 62 duizend kinderen voor het eerst slachtoffer van strafbaar seksueel geweld. Het aantal geregistreerde minderjarige slachtoffers van mensenhandel is gestegen. Tien procent van de jongeren tussen de 15 en 18 jaar heeft te maken met pesten via internet.

Ook is er een stijging van het aantal meldingen van kinderporno, van 19.778 naar 23.278. Er is geen signaal dat het aantal kinderen dat slachtoffer is van mishandeling, afneemt. Het aantal meldingen van kindermishandeling bij het AMK is licht gestegen.
Daar staat tegenover dat de aanpak van jeugdige daders wel succesvol is. Het aantal minderjarige daders is met 47 procent gedaald ten opzichte van 2007. Ook verblijven er minder jongeren in een justitiële jeugdinrichting.

Aandacht voor kwetsbare groepen

Daarnaast laat de Kinderrechtenmonitor zien dat  groepen kwetsbare kinderen nog onverminderd extra aandacht nodig hebben om te voorkomen dat hun rechten worden geschonden. Het aantal kinderen dat opgroeit in armoede is gestegen. De Kinderombudsman signaleert wel dat de aanpak van armoede onder kinderen hoog op de agenda van de overheid staat. Steeds meer gemeenten geven een kindpakket aan die kinderen die in armoede opgroeien, zodat in belangrijke basisbehoeften van dat specifieke kind wordt voorzien.

Ook blijft de Kinderombudsman aandacht vragen voor kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling.  Er is geen zicht op een afname van het aantal kinderen dat wordt mishandeld. Wat de aanpak van kindermishandeling betreft is het positief dat de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is ingevoerd.  Daar staat tegenover dat gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de aanpak voor de preventie van kindermishandeling, nog veel meer kunnen doen om kinderen te beschermen. Zeker nu met ingang van 1 januari 2015 de jeugdzorg een verantwoordelijkheid wordt van de gemeenten.   De decentralisatie van de jeugdzorg blijft zorgen baren. Het is de vraag in hoeverre in de praktijk de toegang en de kwaliteit na 1 januari 2015 van de zorg door de gemeenten is geborgd.

Kinderrechtentoets en participatie

De Kinderombudsman pleit in de Kinderrechtenmonitor voor een kinderrechtentoets, net zoals in Vlaanderen en Noorwegen. Deze toets weegt de belangen van kinderen en moet standaard worden uitgevoerd bij de ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving die effect heeft  op kinderen en jongeren. Daarnaast vindt de Kinderombudsman dat de participatie van kinderen moet worden vergroot.

“Kinderen hebben volgens het Kinderrechtenverdrag het recht om hun mening te geven over zaken die hen aangaan. In Nederland kunnen we daar nog enorme stappen in maken, niet alleen bij het maken van wetten en beleid, maar ook in gerechtelijke en bestuurlijke procedures. Er worden wetten gemaakt die over kinderen gaan, maar kinderen worden nergens geconsulteerd. ” aldus Kinderombudsman Marc Dullaert. “Een mooi voorbeeld van participatie is het kindpakket voor kinderen die opgroeien in armoede. Steeds meer gemeenten vragen aan jongeren wat de inhoud van zo’n kindpakket zou moeten zijn. Het is niet zo dat kinderen het beter weten dan volwassenen. Maar het is ook niet per se andersom. Kinderen bekijken zaken vanuit een ander perspectief en kunnen zo een waardevolle bijdragen leveren. ”

 

Bron: dekinderombudsman.nl