Raam op kierstand uitnodiging voor gelegenheidsinbreker tamara 11 juni 2016

Raam op kierstand uitnodiging voor gelegenheidsinbreker

Leestijd: 3 minuten

De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) heeft onderzocht hoe woninginbraken meestal worden uitgevoerd. Hieruit blijkt dat veel inbraken eenvoudig voorkomen kunnen worden.

De meeste inbrekers slaan hun slag via de achterdeur (36 procent) en via een raam op de benedenverdieping (23 procent). Vaak komt de inbreker ook binnen via voordeur (21 procent). Wanneer de inbreker zichzelf toegang verleent via de bovenverdieping gaat dit in 60 procent van de gevallen via een raam dat op de kierstand staat waardoor het kinderlijk eenvoudig is dit los te breken. Dit  geldt voor woonhuizen, zoals rijtjeshuizen en twee-onder-een-kapwoningen. Voor appartementen en flatgebouwen liggen de cijfers heel anders, daar breekt de inbreker maar liefst in 71 procent van de gevallen via de voordeur in, gevolgd door een raam op de galerij (10 procent). Het openbreken van deuren en ramen met een koevoet of schroevendraaier blijkt de meest populaire inbraak­methode. Bij bijna de helft van de inbraken werd deze methode gebruikt. Dit zijn enkele resultaten uit een recent onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken onder ruim 1000 respondenten.

Flipperen

Andere, minder vaak gebruikte inbraakmethoden bij de voordeur zijn flipperen (19 procent) of cilindertrekken, ook wel kerntrekken genoemd (18 procent). Bij inbraak via de achterkant van het huis slaat de inbreker, wanneer het met een koevoet of schroevendraaier niet lukt, in 16 procent van de gevallen een raampje naast of in de achterdeur in of past hij het cilindertrekken toe (12 procent). Inbraken via de ramen op de benedenverdieping gebeuren in 64 procent van de gevallen met een koevoet of schroeven­draaier. 27 procent van de inbrekers slaat het raam in met een hard voorwerp zoals een steen. Bij maar liefst 60 procent van de inbraken via de bovenverdieping verleent de dief zich toegang tot het huis via een raam dat op de kierstand staat en daarom makkelijk kan worden losgebroken.

Achterkant van het huis is zwakke plek

“Met name de achterkant van het huis blijkt gevoelig voor inbraak. Bij appartementen wordt de veelal zwakkere voordeur vaak geforceerd”, constateert Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken. Hij adviseert mensen daarom eens wat vaker door de ogen van een inbreker naar hun huis te kijken. “Inbrekers zijn steeds inventiever als het gaat om hun inbraakmethodiek. Inbreken met behulp van een koevoet of schroevendraaier komt nog steeds veel voor, maar andere methoden zijn in opkomst. Zoals bijvoorbeeld het flipperen. Hierbij maakt de dief simpel gebruik van een hard stukje plastic of een bankpasje om een deur, die niet op slot is gedraaid, te openen. Beide methoden zijn door het plaatsen van een anti-inbraakstrip eenvoudig te voorkomen. Een steeds populairdere methode is het gebruik van speciale apparatuur waarmee een slot, zonder goed beslag vrijwel zonder moeite is open te breken”, aldus Staal. “Daarvoor adviseren we anti-kerntrekbeslag te plaatsen. Via de InbraakPreventieCheck op de website www.inbraakmislukt.nl kunnen mensen hun eigen slot herkennen en zien of het een goed of zwak slot is.”

Als het kalf verdronken is…

Een inbraak of poging daartoe is voor bijna negen op de tien mensen aanleiding voor (extra) veiligheidsmaatregelen. De meeste veiligheidsmaatregelen betreffen het beter letten op het afsluiten van deuren (31 procent) en ramen (26 procent), betere sloten plaatsen op deuren (29 procent) en ramen (20 procent) en het, ook bij afwezigheid, laten branden van de verlichting als het donker wordt (22 procent). De impact is groter dan men denkt, zo blijkt uit het onderzoek. Bijna acht op de tien ondervraagden vinden dat de psychische en/of lichamelijke gevolgen van een inbraak of poging daartoe door de omgeving worden onderschat. Van de mensen die in hun leven te maken kregen met een inbraak geeft 40 procent aan dat zij, als ze vooraf hadden geweten wat de impact zou zijn, veel eerder maatregelen genomen zouden hebben om hun huis beter te beveiligen. “Bewustwording en aanzetten tot proactief handelen. Niet wachten totdat het jou overkomt. Dat is precies wat de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken voor ogen heeft. Een inbraak kun je nooit helemaal uitsluiten, maar je kunt wel, door zelf de juiste preventieve maatregelen te treffen, de kans erop zo klein mogelijk maken”, aldus Staal.

Video: Reactie van slachtoffers die een inbraak meemaakten

 

Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken

De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. En zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Veiligheid en Justitie om het aantal inbraken en inbraakpogingen te verlagen van 91.000 in 2012 naar 61.000 in 2018. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei en november. Partners in de stichting zijn de bedrijven ASSA ABLOY/Nemef, Nauta Veilig, SecuProducts in nauwe samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars.

 

Bron: beveiligingnieuws.nl